Mathilde Willink
Mathilda Maria Theodora Willink werd op 7 juli 1938 in Terneuzen geboren en ging daar naar het gymnasium. Ze kwam uit een streng religieus gezin en haar vader zat bij de koopvaardij, dus die zag ze soms maandenlang niet. Hierdoor ontwikkelde ze een vadercomplex. Nadat ze het provinciale Terneuzen achter zich had gelaten en in haar eentje naar Amsterdam was gegaan om daar kunstgeschiedenis te gaan studeren, kwam ze na een jaar de toen nog niet zo bekende kunstschilder Carel Willink tegen, die haar grootvader had kunnen zijn. Ze trok bij hem in en ging als stewardess werken om een steentje bij te dragen. Op een gegeven moment liep het stel door de PC Hooftstraat waar ze een nieuwe winkel zagen van de modeontwerpster Fong Leng. Ze kocht met volledige toestemming van Carel, die al voor een eerdere echtgenote een jurk beschilderd had, een Fong Leng-creatie van ca. 10.000 gulden, waarmee ze enorm opviel. Carel maakte zelf haar make-up en zo werd Mathilde een mode-icoon.
Er ontstond toen een driemanschap waarbij ieder op zich hier vruchten van plukte. De destijds razend populaire roddelbladen zoals Weekend, Privé en Aktueel publiceerden wekelijks foto’s van Mathilde in haar extravagante jurken. Mathilde genoot enorm van de publiciteit, Fong Leng kreeg meer klandizie en Carel werd bekender. Dit ging lang goed, totdat er andere vrouwen in Carel’s leven kwamen. Tussen de in deze website weergegeven schilderijen van Adrian Stahlecker bevinden zich een foto en schilderij van het model Andrée Rupp (met de korte donkere haarcoupe) die Carel’s eerste minnares was. De destijds onbekende kunstenares Sylvia Quiel was de splijtzwam. Op het moment dat Mathilde erachter kwam dat de relatie tussen Carel en Sylvia vastere vormen aan ging nemen, sneed ze in een woedebui niet alleen het schilderij van Carel’s eerste echtgenote Wilma (hij had er meerdere) aan flarden en deed dit ook bij het schilderij dat Carel van haar had gemaakt. Voor Carel was dit de reden om Mathilde het huis uit te gooien. En ineens stond het provinciale meisje, dat verslaafd aan publiciteit was geraakt en aan het feit dat zij ervoor had gezorgd dat zowel Fong Leng als Carel bij het grote publiek bekend waren geworden, helemaal alleen op straat. Voor haar moet het traumatisch zijn geweest om na een relatie van 13 jaar door haar “vader” (Carel) op straat te worden gezet. Hierna ging het alleen maar slechter met haar.
Ze ging bij de kunstenaar Anton Heyboer met zijn vier bruiden wonen, maar Anton was degene die schitterde en niet zij. Ook ging ze naar Salvador Dali, die haar met zijn surrealistische blik erg interessant vond, maar zijn dominante echtgenote Gala dacht hier anders over, waarna Mathilde weer terugkeerde naar Amsterdam. Tijdens een opening van een galerie kwam ze Adrian Stahlecker tegen en kreeg een relatie met hem. Op dat moment had hij een drukbezocht restaurant in Den Haag waar de society elkaar ontmoette. Mathilde poseerde voor hem en zodra de roddelbladen in de gaten kregen dat er sprake van een relatie was, werd dit uitgebreid besproken.
Alhoewel Stahlecker met een man samenwoonde, was hij biseksueel en de roddelbladen begrepen dit niet. Je bent of hetero of homo en als je dan toch een relatie met een vrouw hebt, dan doe je dit alleen maar omdat je op publiciteit uit bent. Maar Adrian Stahlecker had al veel publiciteit van zowel de Spaanse als de Nederlandse pers gehad nadat Prinses Irene in Barcelona zijn tentoonstelling had geopend. Mathilde ging steeds meer geld en morele steun van hem eisen en hij kon hieraan niet meer voldoen. Meerdere keren per week belde ze hem uit zijn slaap die hij zo hard nodig had bij het runnen van zijn restaurant. Alhoewel hij nog veel om Mathilde gaf en zeer met haar begaan was, zette hij uiteindelijk een punt achter de relatie. Hierna leerde Mathilde de auto- en drugshandelaar Gerard Vitalli kennen. Ze maakte veel vliegreizen met hem waarbij ze zakjes cocaïne in haar wijde jurken had genaaid. Op een ochtend werd de politie door Vitalli gebeld omdat hij Mathilde dood op bed had gevonden. Ze was niet opgemaakt, hetgeen haar vrienden vreemd vonden, want ze zou bij zelfmoord er zeker voor gezorgd hebben dat ze mooi opgemaakt haar kist in zou gaan. Maar aan de andere hand had Mathilde een pistooltje en flirtte openlijk met zelfmoord. Zo wilde ze zich tijdens een autorit naar Amsterdam uit de rijdende auto springen en kon Stahlecker haar op het nippertje tegenhouden.
Op 31 oktober 1977 werd ze onder veel belangstelling op de begraafplaats Westgaarde in Amsterdam begraven. Later liet Mathildes familie de jurken veilen en hierna raakte Mathilde in de vergetelheid.
Tot het moment dat de schrijfster Lisette de Zoete een biografie over Mathilde schreef waarvoor ze de mensen die met Mathilde waren opgetrokken interviewde en de mythe rond Mathilde weer tot leven kwam. In juli 2018 werd in Terneuzen het feit herdacht dat Mathilde 80 jaar geworden zou zijn indien ze nog geleefd had. Het feest werd afgesloten door een modeshow waarin jurken in de stijl van Mathilde werden getoond.
In 2019 organiseerde de winkeliersvereniging van Ruurlo een groot feest ter ere van Mathilde. Hierbij was ook Fong Leng aanwezig. Er was tevens een grote tentoonstelling van schilderijen waarop Mathilde was afgebeeld die veel bezoekers heeft getrokken. In het More Museum in Gorssel waar de Scheringa collectie is ondergebracht waren veel werken van Carel Willink. Willink wordt nu na Rembrandt Nederlands bekendste kunstenaar genoemd. Eigenaar Hans Melchers heeft in Ruurlo zijn kasteel als museum ingericht en heeft Willinks collectie hierheen verhuisd. De AVRO heeft kortgeleden een podcast serie uitgebracht omdat het verhaal van Mathilde nog steeds de gemoederen bezig houdt.
In April 2024 heeft Adrian een boek uitgebracht met zijn herinneringen aan Mathilde.
Mathilde Willink – Zoals ik me haar herinner