Jon Finch en Jenny Runacre
Jon Finch werd in 1942 in Caterham in Surrey als zoon van een bankier geboren. In zijn schooltijd begon hij met acteren en deed later ervaring op in amateur theatergroepen. In de zeventiger Jaren van de 20e eeuw werd hij met zijn knappe uiterlijk, goede stem, veel charisma, klasse, intelligentie en natuurlijke charme een bekend acteur. Ondanks het feit dat hij een redelijke succesvolle carrière had, bereikte hij nooit een sterniveau vanwege zijn afkeer van mediapubliciteit en zijn uitgesproken gebrek aan ambitie. “Ik had nooit de intentie om een ster te worden”. zei Finch ooit. “Ik speel meestal eens per jaar mee in een film, zodat ik altijd genoeg geld heb om mezelf te vermaken en mezelf uit de publiciteit te houden. Finch begon professioneel met acteren in verschillende theatergezelschappen in de UK voordat hij in 1964 een rol kreeg in de populaire televisie soapserie Crossroads, in Z-Cars (1967-68) en in 10 episodes van Counterstrike (1969), een door de BBC kort uitgezonden science-fictionserie over een alien (Finch) die naar de Aarde was gezonden om het te redden van de ondergang.
Zijn filmcarrière begon in twee Hammer horrorfilms, The Vampire Lovers en The Horror of Frankenstein (beiden uit 1970).
Roman Polanski, die in 1967 zijn eigen komische horrorfilm The Fearless Vampire Killers had gemaakt, was ervan overtuigd dat Finch uitermate geschikt was om in The Tragedy of Macbeth (1971) te spelen. Er waren velen die het smakeloos vonden dat Polanski Shakespeares meest wrede stuk verfilmde, terwijl zijn echtgenote Sharon Tate door de volgelingen van Charles Manson was vermoord. Finch en de actrice Francisca Annis werden als het echtpaar Macbeth in de film meedogenloos gemarteld. Finch was nogal autoritair als de overspelige politicus Lord Melbourne in Robert Bolt’s Lady Caroline Lamp (1973) in een rol die aanvankelijk werd aangeboden aan Timothy Dalton, die later de nieuwe James Bond zou worden. Finch, die de voorkeur aan het echte leven gaf zoals motorracen en parachutespringen, sloeg de rol van James Bond in de film Live and Let Die (1973) en de rol Aramis van Richard Lesters The Three Musketeers af. Het gewelddadige karakter van de bittere ex-RAF militair in de film Frenzy (1972) stond hem tegen en hij vermeed subtiel de verleiding te worden beschuldigd als de ‘foute man’ in de rol van de stropdaswurger in Frenzy, Hitchcock’s film die in Engeland gefilmd werd.
Regelmatig bleef hij op televisie en in films verschijnen, zoals in Agatha Christies Death on the Nile (1978), waarin hij een marxist speelde die zich afkeerde van de luxueuze weelde van de andere verdachten. Helaas was hij ziek tijdens de eerste filmdag van Ridley Scotts Alien (1979) en moet worden vervangen door de acteur John Hurt. Zelf zou Finch zijn krachtige portret van Henry Bolingbroke in de film Richard II (1978) en Henry IV (deel 1 en 2) (1979) in de BBC- serie Shakespeare History Cycle als de hoogtepunten van zijn carrière beschouwen. Hij speelde later een nobele Don Pedro in de BBS Much Ado About Nothing (1984). In zijn filmografie worden 57 films en televisieserie genoemd. In 1976 ontdekte Finch dat hij diabetes had. In 1980 huwde hij de actrice Catriona MacColl, waarmee hij in een kleinschalige Spaanse film Power Game (1983) speelde. Ze scheidden in 1987. Zijn laatste filmrol was de Katholieke Patriarch van Jeruzalem in Kingdom of Heaven (2005), waarin hij samenwerkte met Ridley Scott. Op 28 december 2012 werd zijn lichaam gevonden in zijn flat in het Engelse Hastings. Hij werd 70 jaar oud en liet een dochter na.
Jenny Runacre genoot voornamelijk bekendheid in de zeventiger jaren van de 20e eeuw. Ze werd in 1946 in Zuid-Afrika geboren en volgde de toneelschool The Actor’s Workshop in Notting Hill Gate in Londen. John Cassavetes, de bekende acteur, filmmaker en hogepriester van de Amerikaanse onafhankelijke films die zonder steun van een groot filmbedrijf warden geproduceerd en die vaak over een controversieel onderwerp gingen, was op zoek naar Britse actrices voor zijn film Husbands (1970) en nadat Jenny Runacre auditie bij hem, Peter Falk en Ben Gazzara had gedaan, kreeg ze de rol van Mary Tynan. In deze film zette ze een opzienbarende optreden neer dat tot een weinig conventionele carrière leidde. Zo had ze bijvoorbeeld in 1973 een rol in de nogal bizarre film The Final Programme, van Robert Fuest, waarin Jon Finch de hoofdrol vertolkte en Runacre zowel zijn werkneemster Miss Brunner als zijn vriendin speelde, waarbij ze zeker niet een dom blondje neerzette. Daar was ze te slim voor; ze had de situatie volkomen in de hand en had besloten dat zij de heldin was en dat John Finch achter haar aanliep.
Met haar manier van acteren trok ze de aandacht van Pier Paolo Pasolini, die naar Engeland was gekomen voor de verfilming van The Canterbury Tales (1972), waarbij hij de nadruk op de schuine aspecten van Chaucer wist te leggen. Behalve een rol in het verhaal The Millers Tale van the Canterbury Tales en The Final Programme, vertolkte ze rollen in John Huston’s film The MacKintosh Man (1973), Michelangelo Antonioni’s Professione: reporter (1975), and Derek Jarman’s Jubilee (1978), waar ze Elisabeth I speelde. Ze speelde ook in het theater en voor de Britse Televisie, waarvan haar meest belangrijkste rol in de televisieserie Brideshead Revisited (1981) was. Eén van haar meest bekende rollen was die in The Passenger van Michelangelo Antonioni, waarin ze Jack Nicholson’s vrouw speelde. Na afloop van het filmen van The Final Programme dat in 1973 in de Tabernas Woestijn bij Almeria (Spanje) plaats had gevonden, besloten John Finch en Jenny Runacre voor hun terugreis naar Londen, enige tijd in Calafell aan de Costa Dorada door te brengen. In deze badplaats die in trek was bij Engelse vakantiegangers, bevond zich Adrian Stahleckers Spaanse restaurant La Paleta. Nadat het stel had gegeten en Adrian over hun filmcarrière had verteld, vroeg hij of ze voor hem wilden poseren waarin ze toestemden.
Op een tijdstip dat het restaurant gesloten was, maakte Adrian op het terras van La Paleta een aantal foto’s waar hij later een aantal portretten van maakte.